Weerstandsvermogen

Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit

Beschikbaar weerstandsvermogen

Het beschikbaar weerstandsvermogen bestaat uit de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële risico’s (niet begrote kosten of tegenvallende opbrengsten) op te vangen. Dit is de som van de algemene reserve, de reserve sociaal domein en het saldo van mutaties in de exploitatiesfeer, voor zover dit saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve of de reserve sociaal domein. De reserve sociaal domein wordt in 2022 afgebouwd naar nul.

In onderstaande tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven. Aangezien het niet zeker is dat de begrote resultaten ook daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden en aangezien de bestemming van het rekeningresultaat voorbehouden is aan de gemeenteraad, kan het beschikbare weerstandsvermogen wijzigen als gevolg van het daadwerkelijk gerealiseerde resultaat en van besluitvorming in de gemeenteraad.

Omschrijving
(bedragen x € 1.000)

2023
t/m 2e berap 2022

2024

2025

2026

Algemene reserve per (31/12)

32.537

35.151

41.129

52.765

Begrotingsresultaten (31/12)

2.613

5.778

11.437

814

Beschikbaar weerstandsvermogen per (31/12)

35.151

40.929

52.565

53.579

Dit leidt tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 35.151.000 in 2023. In de oorspronkelijke meerjarenraming waren al mutaties in de algemene reserve en in de reserve sociaal domein opgenomen. Deze zijn eveneens in de bovenstaande tabel opgenomen per jaar, opdat een meer zuiver beeld van de ontwikkeling van het beschikbaar vermogen wordt weergegeven. Daarnaast zijn de mutaties die worden voorgesteld in deze programmabegroting meegenomen. Uiteindelijk leidt dit tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 53.579.000 in 2026

Benodigd weerstandsvermogen

Het benodigd weerstandsvermogen is een optelsom van alle risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zijn getroffen. Voor het berekenen van het benodigd weerstandsvermogen maakt de gemeente Gouda een onderscheid tussen risico’s verbonden aan grondexploitaties en overige risico’s. De risico’s verbonden aan grondexploitaties worden gekwantificeerd met behulp van de IFLO methode. Daarbij wordt een risico-opslag van 10% gehanteerd met betrekking tot de boekwaarden, de toekomstige opbrengsten en de toekomstige kosten. De overige risico’s (going concern) worden gekwantificeerd met behulp van een Monte Carlo simulatie.

In onderstaande tabel zijn de belagrijkste risico’s toegelicht. De risico's zijn gekwantificeerd, waarbij een inschatting is gemaakt van de kans dat de gebeurtenis zou kunnen optreden en de maximaal financiele impact. Belangrijk is dat hier sprake is van inschattingen en de uitkomsten van een kansberekening. De werkelijke uitkomsten zullen hier hoogstwaarschijnlijk in alle gevallen van afwijken.

Risico categorie

Sub aanduiding

Toelichting

Grondexploitaties

Bouwplannen en projecten

Westergouwe

In 2021 is het Masterplan Westergouwe opgesteld. Inmiddels is Westergouwe-II vrijwel afgerond. In het vervolg hierop is gestart met de uitvoering van Westergouwe-III. In deze fase worden in totaal circa 900 woningen gebouwd met maatschappelijke voorzieningen. De risico’s van Westergouwe I en II zijn beperkt. Risico’s betreffen alleen de derde fase: onzekerheid over kosten en opbrengsten. Voor fase IV e.v. lopen archeologische
onderzoeken die van invloed zijn op het project.

Spoorzone

Het risico is beperkt. In het gebied liggen twee bouwrijpe kavels: Op de kavel tussen Rabobank en Cinema Gouda start in het 4e kwartaal 2022 de bouw van 156 sociale huurwoningen. Voor de tweede kavel zal eind 2022 het bestemmingsplan voor de hotelkavel in procedure worden gebracht. De start van de bouw is voorzien in het jaar 2023.

Materiele vaste activa

Gouda bezit een voorraad potentiele bouwgronden langs de spoorzone en rondom Westergouwe die in de toekomst geschikt zijn voor bebouwing. Deze gronden worden
gefaseerd in exploitatie genomen. De omvang van de ontwikkellocatie en daadwerkelijke bestemming volgt de actuele marktvraag. De percelen langs de spoorzone hebben een kantoorbestemming.
De vraag naar nieuwbouwwoningen is momenteel groot. De VON prijzen van woningen stijgen – helaas stijgen ook de bouwkosten. Dit kan in combinatie met de beperkte bouwcapaciteit de grondwaardes onder druk zetten. De waarde van toekomstige bouwgronden hangt samen met het gekozen bouwprogramma. Ambities en aanvullende eisen bepalen de daadwerkelijke grondprijs.
Dergelijke eisen zijn grotendeels gemeentelijke keuzes. Marktrisico’s zijn moeilijker te beïnvloeden – wel kan door de gekozen fasering en kleinschalige deelgebieden snel worden ingespeeld op veranderingen in de vraag.

Risico categorie

Toelichting

Risicogebied

Kans

Maximale impact

Going concern

Frauderisico

Fraude is het bevoordelen van jezelf of een ander middels opzettelijk wederrechtelijk handelen. Bepalend voor fraude zijn dus de elementen bevoordeling en opzettelijke strijdigheid met wet- en regelgeving. Iedere organisatie loopt het risico om slachtoffer te worden van fraude. Om tegen dit risico te wapenen worden beheersmaatregelen getroffen. Desondanks is het risico op fraude niet uit te sluiten. Het frauderisico bestaat uit drie elementen:
• incentive/druk: er is een druk ontstaan voor een individu of een organisatie om te gaan frauderen.
• gelegenheid: onvoldoende beheersmaatregelen in de organisatie kunnen zorgen dat het voor een persoon of een organisatie(onderdeel) mogelijk is om te frauderen;
• houding/rechtvaardiging: de frauderende persoon of organisatie moet het voor zichzelf kunnen rechtvaardigen dat het plaatsvindt

Het risico op fraude is niet verzekerd en is daarom opgenomen in de weerstandsparagraaf.

Risk & Compliance / Control

10%

1.000.000

Niet voldoen aan privacy Wetgeving (AVG)

Gemeenten verwerken voor de uitvoering van hun taken persoonsgegevens. Op grond van de Algemene Verordening Persoonsgegevens zijn gemeenten ertoe gehouden om zorgvuldige verwerking van deze gegevens aantoonbaar te waarborgen. De nieuwe wetgeving is stevig, onder andere door het stellen van hoge boetes. Daarnaast zijn de inhoudelijke eisen streng, zoals het aanstellen van een data protection officer, het uitvoeren van risico-analyses, zogenoemde privacy impact assessments (PIA’s) en het hebben van een actueel verwerkingenregister. Het risico blijft altijd aanwezig dat persoonsgegevens onzorgvuldig worden verwerkt, waaruit datalekken kunnen ontstaan. Dit kan leiden tot financiële schade, zoals opgelegde boetes door de Autoriteit Persoonsgegevens. Ook kunnen datalekken of incidenten betrokkenen ernstig schaden en kan imagoschade ontstaan voor de organisatie als een lek of incident bijvoorbeeld in de media veel aandacht krijgt.

AVG-Privacy

10%

3.000.000

Verzakkingen woonwagenlocaties

Risico is dat de gemeente extra kosten moet maken om verzakkingen van de woonwagenlocaties tegen te gaan. Aantal van de woonwagenlocaties in eigendom van de gemeente hebben te maken met verzakkingen. Als verhuurder zijn wij verantwoordelijk voor een goede woonplek en dus ook een goed ondergrond. Om verzakkingen tegen te gaan worden betonplaten geplaatst. Kosten hiervan zijn circa €100.000 per plek.

De gemeente heeft vier woonwagenlocaties in bezit. Met name de locaties aan de Tiendweg en de Goudkade zijn het meest urgent. De investeringsmiddelen zijn mogelijk niet toereikend.

Beheer Openbare Ruimte

70%

400.000

Meerkosten viaduct Noothoven van Goorstraat

Verwachte meerkosten op gereserveerd budget (2,8 mln.) De verwachting is dat de daadwerkelijke investeringskosten hoger zijn dan geraamd. Hogere materiaal kosten, indexering , overspannen markt, extra werkzaamheden.

Beheer Openbare Ruimte

80%

1.000.000

Stijgende Materiaalkosten en krapte op de markt

Risico dat prijzen omhoog gaan voor aanbestedingen. Veel materialen worden schaarser (en duurder) en veel aanbieders zitten vaak vol. Hier speelt ook de onzekerheid van de situatie in Oekraine en de stijgende energieprijzen. Prijzen gaan dan omhoog voor nieuwe beheeraanbestedingen en projectaanbestedingen.

Beheer Openbare Ruimte

80%

800.000

Gladheidsbestrijding

Het risico op een extreme winter. Extra kosten voor de gemeente doordat er meer gladheidsbestrijding moet worden uitgevoerd.

Beheer Openbare Ruimte

40%

150.000

Stormschade

Het risico van zeer zware stormen wat extra kosten voor de gemeente betekent. Zoals het ruimen van bomen en vorstschade.

Beheer Openbare Ruimte

70%

75.000

Brandblusleiding Spoorzone

Een speciale brandblusleiding in de Spoorzone is speciaal aangelegd om te kunnen bouwen langs het spoor. Onderzoek wordt uitgevoerd of onderhoud nodig is aan deze leiding. Er is geen rekening gehouden met dit onderhoud. Daarmee het risico van onvoorziene kosten.

Beheer Openbare Ruimte

70%

400.000

Baggerkosten Oostpolder

De gemeente is aangeschreven door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard voor het voldoen aan de onderhoudsverplichting om de sloten die in beheer zijn bij de gemeente op diepte houden. Deze kosten zijn niet begroot omdat de sloten eens per 10-15 jaar gebaggerd dienen te worden en niet in openbaar gebied liggen maar wel eigendom zijn van de gemeente. Er wordt onderzoek uitgevoerd naar de hiermee gemoeide kosten. Voorafgaand aan de baggerwerkzaamheden dient ook onderzoek naar niet gesprongen explosieven (NGE’s) uitgevoerd te worden.

Beheer Openbare Ruimte

80%

400.000

Uitstel Omgevingswet

Risico is dat de omgevingswet mogelijk opnieuw wordt uitgesteld, maar vanuit de landelijke politiek lijkt wel daadwerkelijk gekoerst te op de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2023. In 2022 zijn nog middelen uit de bestemmingsreserve Omgevingswet beschikbaar voor het opstellen van het Omgevingsplan. Ook voor 2023 zijn in die reserve middelen beschikbaar Bij de 1e en/of 2e Burap 2023 zal gerapporteerd worden indien zich budgetafwijkingen op de post Omgevingswet voordoen. Vanuit een rijksbijdrage septembercirculaire 2022 kan dekking voor eventuele afwijkingen gevonden worden. Ook de Wet Kwaliteitsborging Bouw die 1 januari 2023 in werking treedt brengt risico’s met zich mee.

Ruimtelijk Beleid

70%

400.000

Verbonden Partijen

Verbonden partijen zijn gemeentelijke samenwerkingsverbanden of deelnemingen die gevormd zijn om bepaalde taken bijvoorbeeld efficiënter uit te voeren. De gemeente Gouda heeft in de rechtspersonen bestuurlijke invloed en/of financiële belangen. De gemeentelijke bijdrage van Gouda aan de verbonden partijen bedroeg in 2021 € 40,3 miljoen.

Bij samenwerkingsverbanden kunnen risico's ontstaan door: Uittredingen van deelnemers, het verminderen van bijdragen aan regelingen door de overheid, daling van reserves waardoor tekorten binnen de verbonden partij niet meer opgevangen kunnen worden. Andere markteisen. Daarnaast kennen we ook het risico dat de gemeentelijke indexering geen gelijke tred houdt met de CAO ontwikkelingen van gemeenschappelijke regelingen.

Verbonden partij/subsidie

50%

1.000.000

Specifieke Uitkeringen (SiSa)

De gemeente ontvangt allerlei specifieke uitkeringen welke verantwoord dienen te worden via de systematiek van Single Information Single Audit (SISA). Indien de verantwoording niet of onvoldoende invulling krijgt, loopt de gemeente het risico dat de uitkering niet als een rechtmatige besteding wordt aangemerkt en terugbetaald moet worden. Naast het risico van terugbetaling, bestaat er een financieel risico als gevolg van extra werkzaamheden door de accountant en/of ambtelijke inzet.

Het aantal SiSa regelingen is 31 met een totale omzet is € 46.150.500.

Control

5%

1.800.000

Vorderingen op personen/ bedrijven zijn niet te innen

Het toepassen van bestuursdwang (artikel 5.3.1 Awb) is een van de handhavingsinstrumenten die gemeenten hebben tegen overtredingen van de wet en illegale situaties. Het risico bestaat dat de dwangsom vervolgens niet geïnd kan worden. Dit geldt ook voor andere vorderingen die de gemeente heeft op personen of bedrijven.

Financiën

30%

700.000

Aansprakelijkheid en nadeelcompensatie

Niet of onvoldoende nakomen van contractuele afspraken en toezeggingen, onzorgvuldig handelen of onjuiste toepassing van regelgeving kan ertoe leiden dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor schade. Deze schade kan ontstaan in het openbaar gebied (letselschade, materiële schade, evenementen etc.). Meestal door handelen/nalaten gemeente (onterecht weigeren/verlenen vergunning, werken in de openbare ruimte). Het gaat hierbij om grotere schades die niet worden gedekt door de verzekering (contractuele aansprakelijkheid) of boven de dekking uitgaan.

De gemeente kan ook aansprakelijk worden gesteld voor schade als gevolg van op zichzelf rechtmatig handelen, bv. door werkzaamheden in het openbaar gebied doordat winkels en of bedrijven moeilijk bereikbaar zijn (gederfde winst). De drempel om in aanmerking te komen voor nadeelcompensatie is relatief hoog zodat de kans van optreden laag wordt ingeschat en het risico niet wordt meegenomen in het berekenen van de weerstandscapaciteit.

Bestuur & Management

30%

1.000.000

Extra uitgaven voor opvang Oekraiense vluchtelingen

Vluchtelingen uit Oekraïne die naar Nederland reizen, worden ook in Gouda opgevangen. Voor de noodopvang van Oekraiense vluchtelingen is de voormalig Blokkerlocatie omgezet tot appartementencomplex. Met de opvang gaan veel kosten gepaard. Huisvestingskosten maar ook veel ambtelijke capaciteit. Het Rijk heeft aangegeven de gemaakte kosten te vergoeden. Risico is dat de vergoeding niet toereikend is om alle kosten te dekken. Naarmate de crisis langer aanhoudt kan dit leiden tot een grotere toestroom van vluchtelingen.

Openbare Orde en Veiligheid

40%

1.000.000

Rampen en crises

Dit risico is de verzameling van alle veiligheidsrisico´s: overstromingen, ordeverstoringen, treinongevallen, terrorisme. Hieronder worden per categorie de belangrijkste risicoś genoemd.

Natuur& Milieu:
- Overstromingen (omdat Gouda een laaggelegen gebied is en aan een grote rivier ligt)
- Extreme weersomstandigheden (droogte, extreme neerslag, windhozen)

Voorzieningen:
- Verstoring gasvoorziening
- Verstoring elektriciteitsvoorziening
- Verstoring drinkwatervoorziening

Gebouwde omgeving:
- Grote branden
- Instorting

Vervoer
- Spoorvervoerincidenten (vervoer gevaarlijke stoffen)
- Wegvervoerincidenten

Gezondheid:
- Pandemie

Publieke veiligheid:
- Extreem geweld
- Verstoring openbare orde

Openbare Orde en Veiligheid

15%

3.000.000

Geheugen van Gouda

Het Geheugen van Gouda is een groots opgezet programma waarbij een centraal organisatiegeheugen wordt opgezet met een  focus  op zaakgericht werken en centrale opslag van documenten.

Belangrijkste risico´s zijn:
De capaciteit/ bemensing van het programma. Digivaardigheid van de organisatie, risico dat niet alle medewerkers mee kunnen of willen. Samenhang/ afhankelijkheden met andere programma's (bijv. omgevingswet, sociaal domein). Verantwoordelijkheid/ eigenaarschap van het management, bij overdracht van de taken naar de lijn. Afhankelijkheid van leveranciers met vertragingen als gevolg.

ICT

50%

250.000

Bedrijfscontinuiteit

Bedrijfscontinuïteit is gericht op het waarborgen van de voortgang van bedrijfsprocessen naar aanleiding van een incident, ramp of calamiteit. Dit zijn traditionele rampen, zoals natuurrampen, brand en diefstal. Zo kan bijvoorbeeld langdurige stroomuitval de continuïteit van de dienstverlening in gevaar brengen. Daarnaast zijn er nieuwe bedreigingen voor de continuiteit van de bedrijfsvoering. Dit zijn criminaliteit, fysiek en cyber terrorisme, bestuurlijke crisis, sabotage, diefstal of verlies van informatie en lekken. Ongeacht de aard en oorzaak van de verstoring of crisis kunnen de gevolgen grote impact hebben en voor de organisatie desastreus van aard zijn.

Faciltair

30%

1.500.000

Open einde regeling WMO

De Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO) is een open-einde regelingen en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het betreffende jaar niet toereikend is (bijvoorbeeld door demografische ontwikkelingen). WMO doet de gemeente zelf.

Voor de voorzieningen WMO is een abonnementstarief ingevoerd. Door het invoeren van een abonnementstarief voor Wmo-voorzieningen worden minder eigen bijdragen ontvangen en extra kosten gemaakt door de mogelijke toenemende vraag naar Wmo- maatwerkvoorzieningen. Invoering van het abonnementstarief kan een aanzuigende werking hebben.

WMO

30%

250.000

Informatieveiligheid

Cybercrime is een vorm van digitale criminaliteit waarbij internetcriminelen inbreken op bijvoorbeeld een computer, telefoon of het complete netwerk van een organisatie. ICT is bij deze vorm van criminaliteit het doel én het middel. ‘Malware’, ‘ransomware’ en ‘phishing’ zijn de meest voorkomende vormen van cybercriminaliteit. Cybercriminelen gebruiken daarvoor onder meer computervirussen of kwaadaardige en schadelijke software. Bij ransomware worden bestanden ontoegankelijk gemaakt totdat het slachtoffer betaalt. Dit soort aanvallen worden steeds groter en vernuftiger, waarbij bedrijven en organisaties bewust worden aangevallen. Dit kan leiden tot langere uitval van ICT systeem of zelfs financiële schade door het betalen van losgeld.

Informatieveiligheid staat en valt met het gedrag van de medewerkers van de gemeente. Een organisatie kan nog zoveel technische maatregelen hebben genomen, onbewust onveilig gedrag van de medewerkers kan veel schade opleveren, denk hierbij aan het niet herkennen van phishing mails, het niet melden van incidenten waar wel adequaat op gereageerd dient te worden om schade tegen te gaan, kwijtraken van dossiers door het meenemen van informatie buiten de beveiligde zone.

ICT

30%

1.000.000

Toename beroep op borgstellingen en garanties

Gemeenten staan borg voor de rente- en aflossingsverplichtingen van organisaties zoals culturele instellingen, voetbalclubs, bibliotheek, etc. Als een partij niet kan voldoen aan de verplichting jegens de bank dan zal de bank de gemeente aanspreken de betalingsverplichting over te nemen of de schuld over te nemen bij een faillissement (afhankelijk van de gevestigde zekerheden). Borgstellingen met het hoogste risicoprofiel zijn de Schouwburg en de Cheese Experience.

Er is een 80% borgstelling verstrekt aan de Stichting Schouwburgcomplex voor de bij de ABNAMRO opgenomen financiering van de Cinema. In beginsel zouden wij door de ABN aangesproken kunnen worden tot het voldoen van de 80% van de rente- en aflossingsverplichtingen. Indien dat gebeurt ontstaat een vordering van Gouda op de Schouwburg met daarbij de vraag of deze vordering ooit zal kunnen worden voldaan.

Indien als gevolg van de tegenvallende inkomende geldstromen de Cheese Experience niet aan de rente- en aflossingsverplichtingen kan voldoen zouden wij door de kredietverstrekker (BNG) aangesproken kunnen worden deze verplichting over te nemen. Indien dat gebeurt ontstaat een vordering van Gouda op de Cheese Experience met daarbij de vraag of deze vordering ooit zal kunnen worden voldaan.

Treasury

25%

3.000.000

Borgstelling via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en WSW-borgstellingen voor woningcorporaties

Dit risico betreft aan particulieren en aan woningcorporaties verstrekte geldleningen waarvoor waarborgfondsen optreden als borg; de gemeente fungeert als achtervang (als secundaire of tertiaire zekerheid). De gemeente zal pas op deze borgstellingen worden aangesproken als het garantievermogen van de waarborgfondsen onvoldoende is om de betalingsverplichtingen voor rente en aflossing van de gewaarborgde geldleningen over te nemen van de in gebreke blijvende instelling.

De kans dat de gemeente op deze achtervangpositie wordt aangesproken, wordt zeer klein geacht. Indien dat toch gebeurt, zal de aanspraak eerst op basis van 50/50 worden verdeeld tussen Rijk en gemeenten waarna het deel dat aan de gemeenten wordt toebedeeld op basis van een bepaalde verdeelsleutel wordt omgeslagen naar de deelnemende gemeenten. Het eventueel voor Gouda resterende deel zal nooit meer zijn dan globaal 5% van het garantiebedrag en bestaan uit het verstrekken van een renteloze lening aan het betreffende waarborgfonds. Het eventuele netto verlies voor de gemeente bestaat derhalve uit derving van rentevergoeding op de verstrekte renteloze geldlening.

Treasury

5%

50.000

Saldo financieringsfunctie valt lager uit dan begroot

Betreft het taakveld treasury:
Volumerisico is het risico dat er een mismatch is tussen de werkelijke en de begrote financieringsbehoefte. Als het werkelijk investeringsniveau lager uitvalt dan ingeschat leidt dit tot een intern rentenadeel, doordat er minder doorbelast kan worden aan het betreffende project. Voor het onttrekken van geld, betaalt de gemeente een vergoeding (rente). De rente wordt vervolgens intern doorbelast aan het betreffende project of dienstonderdeel. Voor het doorbelasten wordt een omslagrente gehanteerd en gefixeerd in de begroting. Dit brengt financiële- en beheerstechnische risico's met zich mee. Het BBV schrijft voor op welke wijze de omslagrente moet worden berekend. Vanaf 2020 bedraagt deze 2,25 %.

Treasury

90%

100.000

Stijgende Rente

Het risico is dat de rente, die wij eventueel straks in toekomst moeten gaan betalen hoger gaat worden, dan waar in de
(huidige) begroting 2021 - 2024 rekening mee gehouden is.

Financiën

30%

500.000

Lagere uitkeringen vanuit het Rijk

Tot en met 2025 bestaat het risico dat de inkomsten vanuit het Rijk lager uitvallen dan in de begroting is geraamd. Vanwege de normeringssystematiek in het gemeentefonds (trap-op-trap-af) werken lagere bestedingen op rijksniveau met vertraging door in de uitkering uit het gemeentefonds. Voor de gemeente is het bijna onmogelijk daar tijdig op in te spelen. Lagere inkomsten zorgen voor een tegenvaller in de begroting. Om deze tegenvallers op te vangen moeten andere inkomsten worden verhoogd of kosten worden verlaagd.

Het kabinet heeft besloten om vanaf 2026 de trap-op-trap-af-systematiek te beëindigen en het accres van het Gemeentefonds vast te stellen op € 840 miljoen boven op de stand uit de Miljoenennota 2022. De inkomsten uit het gemeentefonds zullen vanaf dat jaar aanzienlijk lager uitvallen, maar het risico op lagere rijksuitkeringen neemt daardoor af. Hiermee samenhangend is het van belang om op te merken dat Rijk, IPO en VNG in een gezamenlijk proces werken aan een nieuwe financieringssystematiek van de medeoverheden vanaf 2026. Ten tijde van het opstellen van de voorliggende begroting 2023 – 2026 is nog geen beeld van de mogelijke financiële effecten voor de gemeente.

Financiën

50%

2.500.000

Open einde regeling Jeugd

De Wet Jeugdzorg is een open-einde regelingen en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het betreffende jaar niet toereikend is. Jeugd advisering wordt door de Sociaal Teams uitgevoerd. Er wordt met lokale en regionale partners samengewerkt, waarbij gemeente Gouda maatwerkvoorzieningen levert en optreedt op als financier.

Extra groei , bovenop de geraamde groei, van de jeugdzorguitgaven blijft een risico. Als de zorgvraag hoger ligt dan geraamd is de gemeente wettelijk verplicht deze te leveren.

Jeugdzorg

70%

3.000.000

Open einde regeling Participatiewet (Pw-budget)

Het PW-budget (v/h WWB BUIG-budget) is voor de gemeente Gouda sinds 2011 onvoldoende gebleken om de uitkeringen in het kader van de Participatiewet te betalen. Kenmerkend voor dit budget is dat deze een open einde regeling is. Vooraf is niet duidelijk hoe de bijstandsvraag zich zal ontwikkelen en in hoeverre het budget wordt overschreden. Gemeenten moeten een tekort op hun budget voor de Participatiewet zelf opvangen.

Negatieve effecten objectief verdeelmodel (impact is groter agv cumulatie regelingen en niet beïnvloedbare indicatoren).Vangnetregeling: er blijft een eigen risico van 7,5% op het tekort; van 7,5%-12,5% is het risico 50% en bij een hoger tekort dan 12,5% wordt 100% gecompenseerd door het Rijk.Drie momenten van vaststelling budget door het Rijk: voorlopige budget, nader voorlopig budget en definitief budget.

Werk en inkomen

60%

500.000

Integraal Huisvestingsplan (IHP)

De gemeente heeft de wettelijke taak scholen van adequate huisvesting te voorzien. Een deel van de schoolgebouwen is aan het eind van hun levensduur en voldoet zowel functioneel als technisch niet meer aan de eisen van deze tijd. Samen met de schoolbesturen en een extern adviesbureau is een integraal huisvestingsplan (IHP) opgeleverd voor de komende vijftien jaar. Op basis van gezamenlijke uitgangspunten en een quickscan van gebouwen zijn verschillende scenario’s voor herschikking, nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen uitgewerkt.

Het organiseren en bouwen van veel schoolgebouwen levert een aantal risico’s op. Belangrijkste zijn:
- Het risico dat kredieten onderwijshuisvesting overschreden worden en dat als gevolg daarvan de kapitaallasten voor de gemeente toenemen, eventueel in combinatie met een stijging van de schuldquote.
• Het risico dat schoolbesturen (bijvoorbeeld door onvoorziene omstandigheden) tijdens de rit uitstappen en zich niet meer committeren aan het IHP.
• Het risico dat de implementatie van het IHP vertraging oploopt als gevolg van onvoorziene omstandigheden.
• Het risico dat de sturing en governance tekort schiet, waardoor de gemeente zijn grip op het programma verliest en het college en de raad niet meer tijdig kunnen bijsturen.
• Het risico van stijgende bouw-, materiaal-, arbeid- en advieskosten

Onderwijs

80%

3.000.000

Onderhoud sportaccomodaties

Onderhoud van de sportaccomodaties is opgenomen in het meerjarig onderhoudsplan. Het risico is dat het budget niet toereikend is. Terwijl het onderhoud wel uitgevoerd moet worden.

Vastgoed

60%

100.000

MO overig

Overige risico´s in het sociaal domein;

Sociaal Domein

70%

1.000.000

Covid 19

Het is onzeker hoe de coronapandemie zich verder ontwikkelt en welke impact het virus zal hebben op de samenleving. Het Rijk heeft toegezegd dat gemeenten er financieel niet op achteruit mogen gaan door de coronapandemie en heeft gemeenten reëel gecompenseerd voor alle extra uitgaven en misgelopen inkomsten. Sommige maatregelen die dan (opnieuw) genomen moeten worden vallen niet onder deze compensatie. Daarnaast is er nog het risico dat het virus zich op een dermate ernstige manier ontwikkelt dat het Rijk gemeenten niet meer reëel kan en/of wil compenseren, terwijl Gouda te maken krijgt met misgelopen inkomsten en extra uitgaven. Bij misgelopen inkomsten kan gedacht worden aan minder inkomsten uit de parkeerbelasting, toeristenbelasting en reclame-exploitatie; bij extra uitgaven aan en uitgaven aan handhaving, afvalinzameling en het ondersteunen van culturele instellingen, sportverenigingen en kwetsbare inwoners. De grootte van dit financieel nadeel zal afhangen van de ernst en de duur van het verloop van de pandemie, waarover nog veel onzeker is.

Covid19

60%

2.500.000

Inflatie

Door de onvoorspelbare inflatie kunnen de prijzen voor afgenomen diensten en producten hoger uitpakken dan verwacht, en meer dan de uitkering uit het Gemeentefonds meestijgt door de loon-prijsindexatie.

Financiën

30%

1.000.000

Loonstijgingen

Op 1 januari treedt een nieuwe cao voor gemeenteambtenaren in werking. Door de hoge inflatie is er een kans op grote stijgingen in deze lonen. Dit wordt In 2023, 2024 en 2025 deels opgevangen door een hogere algemene uitkering van het Rijk, omdat deze in die jaren meeloopt met de uitgaven van het Rijk, die stijgen doordat de lonen ook bij het Rijk stijgen. Desondanks is er een risico dat de lonen bij gemeenten harder stijgen dan bij het Rijk en dat deze stijging van de algemene uitkering de extra kosten niet geheel opvangt.

Financiën

30%

800.000

Toenemende armoede

Door de hoge inflatie en stijgende energieprijzen neemt de koopkracht zeer stevig af en stijgt het aantal mensen en kinderen in armoede (op landelijk niveau van respectievelijk 5,7% van de mensen en 7,2% van de kinderen in 2021 naar 7,6% van de mensen en 9,5% van de kinderen in 2022). Deze toename van armoede kan leiden tot een behoorlijke stijging van het beroep op bepaalde gemeentelijke voorzieningen, zoals de bijstand, schuldhulpverlening en andere regelingen voor minima. Er is ook een financieel risico op meer vrijstellingen voor gemeentelijke belastingen en meer wanbetalingen.

Financiën

70%

600.000

Oninbaarheid huren, leges en belastingen

Als gevolg van de inflatie en stijgende energieprijzen is het risico aanwezig van oninbaarheid van huren als partijen niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. Ook kan de oninbaarheid van leges en belastingen dan toenemen.

Financiën

40%

450.000

Cultuurinstellingen die in financiële nood komen

Een groot deel van de culturele sector heeft in 2020 en 2021 verliezen geleden als gevolg van de maatregelen rondom Covid-19. De financiële impact verschilt per organisatie. Gebleken is dat bijvoorbeeld de podia en tentoonstellingsorganisaties harder getroffen zijn, dan cultuureducatie. Door de sluiting, de beperkingen qua publieksaantallen en de extra kosten die de maatregelen met zich meebrengen, komen culturele organisaties, groot en klein, in de problemen door het wegvallen van en vermindering van inkomsten. Meerdere organisaties benaderen de gemeente voor (financiële) steun. Door de inflatie, stijgende energieprijzen en/of nieuwe uitbraak pandemie is de verwachting dat het verdienmodel van de cultuursector structureel onder druk komt te staan. Dit kan effecten hebben op het subsidiebeleid.

Financiën

40%

1.000.000

De toekomstige kasstromen bij grondexploitaties leveren per definitie risico’s op. Opbrengsten kunnen tegenvallen, terwijl ook de kosten hoger kunnen uitvallen. Deze risico’s kunnen worden gekwantificeerd, waarbij ervan uit wordt gegaan dat er een kans bestaat dat opbrengsten en kosten met 10% tegenvallen. Het benodigd weerstandsvermogen voor grondexploitaties komt dan uit op € 6.402.000.

De Monte Carlo simulatie die is uitgevoerd met betrekking tot de overige procesrisico’s (going concern) levert een benodigd weerstandsvermogen op van € 11.295.000 Daarbij wordt het gebruikelijke zekerheidspercentage van 90% gehanteerd.

Het benodigd weerstandsvermogen voor 2023 en verder bedraagt dan bij het opmaken van deze begroting € 17.697.000.

Beoordeling ratio weerstandsvermogensontwikkeling weerstandscapaciteit

Door het beschikbaar weerstandsvermogen te delen door het benodigd weerstandsvermogen wordt de ratio weerstandsvermogen van de gemeente verkregen.

In onderstaand tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven.

Omschrijving

2023

2024

2025

2026

Benodigd weerstandsvermogen grondexploitaties

6.402

6.402

6.402

6.402

Benodigd weerstandsvermogen going concern

11.295

11.295

11.295

11.295

Benodigd weerstandsvermogen totaal

17.697

17.697

17.697

17.697

Omschrijving (bedragen * € 1.000)

2023
t/m 2e berap 2022

2024

2025

2026

Beschikbaar weerstandsvermogen

35.151

40.929

52.565

53.579

Benodigd weerstandsvermogen

17.697

17.697

17.697

17.697

Weerstandsratio

2,0

2,3

3,0

3,0

Aangezien de inschatting van het benodigd weerstandsvermogen een momentopname betreft, terwijl het beschikbare weerstandsvermogen meerjarig wordt berekend, rijst de vraag in hoeverre het juist is, om de ratio meerjarig weer te geven. Over een jaar zal het benodigd weerstandsvermogen immers lager zijn, omdat met name de grondexploitaties dan verder zijn gevorderd (met een navenante risicoreductie als gevolg). Overwogen kan worden om in komende begrotingen de ratio enkel voor het begrotingsjaar te presenteren, een werkwijze die in steeds meer gemeenten gevolgd wordt.

Door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen met de benodigde weerstandscapaciteit kan een kwalificatie worden gegeven over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit.

Hiervoor wordt onderstaande tabel gehanteerd.

Waardering

Ratio

Betekenis

A

>2,0

Uitstekend

B

1,4-2,0

Ruim voldoende

C

1,0-1,4

Voldoende

D

0,8-1,0

Matig

E

0,6-0,8

Onvoldoende

F

< 0,6

Ruim onvoldoende

De weerstandsratio is een kengetal dat aangeeft in welke mate de gemeente in staat is om risico’s op te vangen. Dit kengetal wordt berekend door de beschikbare weerstandcapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit

Het beschikbaar weerstandsvermogen moet minimaal gelijk zijn aan het benodigd weerstandsvermogen om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich daadwerkelijk voordoen.

De weerstandsratio voor Gouda is 2,0. Dit betekent dat de gemeente Gouda ruim voldoende in staat is om risico's op te vangen.