Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit : Benodigde weerstandscapaciteit
Het beschikbaar weerstandsvermogen bestaat uit de middelen waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om financiële risico’s (niet begrote kosten of tegenvallende opbrengsten) op te vangen. Dit is de som van de algemene reserve, de reserve sociaal domein en het saldo van mutaties in de exploitatiesfeer, voor zover dit saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve of de reserve sociaal domein. De reserve sociaal domein wordt in 2022 afgebouwd naar nul.
In onderstaande tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven. Aangezien het niet zeker is dat de begrote resultaten ook daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden en aangezien de bestemming van het rekeningresultaat voorbehouden is aan de gemeenteraad, kan het beschikbare weerstandsvermogen wijzigen als gevolg van het daadwerkelijk gerealiseerde resultaat en van besluitvorming in de gemeenteraad.
Dit leidt tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 35.151.000 in 2023. In de oorspronkelijke meerjarenraming waren al mutaties in de algemene reserve en in de reserve sociaal domein opgenomen. Deze zijn eveneens in de bovenstaande tabel opgenomen per jaar, opdat een meer zuiver beeld van de ontwikkeling van het beschikbaar vermogen wordt weergegeven. Daarnaast zijn de mutaties die worden voorgesteld in deze programmabegroting meegenomen. Uiteindelijk leidt dit tot een beschikbaar weerstandsvermogen van € 53.579.000 in 2026
Het benodigd weerstandsvermogen is een optelsom van alle risico’s waarvoor geen beheersmaatregelen zijn getroffen. Voor het berekenen van het benodigd weerstandsvermogen maakt de gemeente Gouda een onderscheid tussen risico’s verbonden aan grondexploitaties en overige risico’s. De risico’s verbonden aan grondexploitaties worden gekwantificeerd met behulp van de IFLO methode. Daarbij wordt een risico-opslag van 10% gehanteerd met betrekking tot de boekwaarden, de toekomstige opbrengsten en de toekomstige kosten. De overige risico’s (going concern) worden gekwantificeerd met behulp van een Monte Carlo simulatie.
In onderstaande tabel zijn de belagrijkste risico’s toegelicht. De risico's zijn gekwantificeerd, waarbij een inschatting is gemaakt van de kans dat de gebeurtenis zou kunnen optreden en de maximaal financiele impact. Belangrijk is dat hier sprake is van inschattingen en de uitkomsten van een kansberekening. De werkelijke uitkomsten zullen hier hoogstwaarschijnlijk in alle gevallen van afwijken.
Risico categorie | Sub aanduiding | Toelichting |
---|---|---|
Grondexploitaties |
|
|
Bouwplannen en projecten | Westergouwe | In 2021 is het Masterplan Westergouwe opgesteld. Inmiddels is Westergouwe-II vrijwel afgerond. In het vervolg hierop is gestart met de uitvoering van Westergouwe-III. In deze fase worden in totaal circa 900 woningen gebouwd met maatschappelijke voorzieningen. De risico’s van Westergouwe I en II zijn beperkt. Risico’s betreffen alleen de derde fase: onzekerheid over kosten en opbrengsten. Voor fase IV e.v. lopen archeologische |
| Spoorzone | Het risico is beperkt. In het gebied liggen twee bouwrijpe kavels: Op de kavel tussen Rabobank en Cinema Gouda start in het 4e kwartaal 2022 de bouw van 156 sociale huurwoningen. Voor de tweede kavel zal eind 2022 het bestemmingsplan voor de hotelkavel in procedure worden gebracht. De start van de bouw is voorzien in het jaar 2023. |
| Materiele vaste activa | Gouda bezit een voorraad potentiele bouwgronden langs de spoorzone en rondom Westergouwe die in de toekomst geschikt zijn voor bebouwing. Deze gronden worden |
Risico categorie | Toelichting | Risicogebied | Kans | Maximale impact | |
---|---|---|---|---|---|
Going concern |
|
|
|
| |
Frauderisico | Fraude is het bevoordelen van jezelf of een ander middels opzettelijk wederrechtelijk handelen. Bepalend voor fraude zijn dus de elementen bevoordeling en opzettelijke strijdigheid met wet- en regelgeving. Iedere organisatie loopt het risico om slachtoffer te worden van fraude. Om tegen dit risico te wapenen worden beheersmaatregelen getroffen. Desondanks is het risico op fraude niet uit te sluiten. Het frauderisico bestaat uit drie elementen: | Risk & Compliance / Control | 10% | 1.000.000 | |
Niet voldoen aan privacy Wetgeving (AVG) | Gemeenten verwerken voor de uitvoering van hun taken persoonsgegevens. Op grond van de Algemene Verordening Persoonsgegevens zijn gemeenten ertoe gehouden om zorgvuldige verwerking van deze gegevens aantoonbaar te waarborgen. De nieuwe wetgeving is stevig, onder andere door het stellen van hoge boetes. Daarnaast zijn de inhoudelijke eisen streng, zoals het aanstellen van een data protection officer, het uitvoeren van risico-analyses, zogenoemde privacy impact assessments (PIA’s) en het hebben van een actueel verwerkingenregister. Het risico blijft altijd aanwezig dat persoonsgegevens onzorgvuldig worden verwerkt, waaruit datalekken kunnen ontstaan. Dit kan leiden tot financiële schade, zoals opgelegde boetes door de Autoriteit Persoonsgegevens. Ook kunnen datalekken of incidenten betrokkenen ernstig schaden en kan imagoschade ontstaan voor de organisatie als een lek of incident bijvoorbeeld in de media veel aandacht krijgt. | AVG-Privacy | 10% | 3.000.000 | |
Verzakkingen woonwagenlocaties | Risico is dat de gemeente extra kosten moet maken om verzakkingen van de woonwagenlocaties tegen te gaan. Aantal van de woonwagenlocaties in eigendom van de gemeente hebben te maken met verzakkingen. Als verhuurder zijn wij verantwoordelijk voor een goede woonplek en dus ook een goed ondergrond. Om verzakkingen tegen te gaan worden betonplaten geplaatst. Kosten hiervan zijn circa €100.000 per plek. | Beheer Openbare Ruimte | 70% | 400.000 | |
Meerkosten viaduct Noothoven van Goorstraat | Verwachte meerkosten op gereserveerd budget (2,8 mln.) De verwachting is dat de daadwerkelijke investeringskosten hoger zijn dan geraamd. Hogere materiaal kosten, indexering , overspannen markt, extra werkzaamheden. | Beheer Openbare Ruimte | 80% | 1.000.000 | |
Stijgende Materiaalkosten en krapte op de markt | Risico dat prijzen omhoog gaan voor aanbestedingen. Veel materialen worden schaarser (en duurder) en veel aanbieders zitten vaak vol. Hier speelt ook de onzekerheid van de situatie in Oekraine en de stijgende energieprijzen. Prijzen gaan dan omhoog voor nieuwe beheeraanbestedingen en projectaanbestedingen. | Beheer Openbare Ruimte | 80% | 800.000 | |
Gladheidsbestrijding | Het risico op een extreme winter. Extra kosten voor de gemeente doordat er meer gladheidsbestrijding moet worden uitgevoerd. | Beheer Openbare Ruimte | 40% | 150.000 | |
Stormschade | Het risico van zeer zware stormen wat extra kosten voor de gemeente betekent. Zoals het ruimen van bomen en vorstschade. | Beheer Openbare Ruimte | 70% | 75.000 | |
Brandblusleiding Spoorzone | Een speciale brandblusleiding in de Spoorzone is speciaal aangelegd om te kunnen bouwen langs het spoor. Onderzoek wordt uitgevoerd of onderhoud nodig is aan deze leiding. Er is geen rekening gehouden met dit onderhoud. Daarmee het risico van onvoorziene kosten. | Beheer Openbare Ruimte | 70% | 400.000 | |
Baggerkosten Oostpolder | De gemeente is aangeschreven door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard voor het voldoen aan de onderhoudsverplichting om de sloten die in beheer zijn bij de gemeente op diepte houden. Deze kosten zijn niet begroot omdat de sloten eens per 10-15 jaar gebaggerd dienen te worden en niet in openbaar gebied liggen maar wel eigendom zijn van de gemeente. Er wordt onderzoek uitgevoerd naar de hiermee gemoeide kosten. Voorafgaand aan de baggerwerkzaamheden dient ook onderzoek naar niet gesprongen explosieven (NGE’s) uitgevoerd te worden. | Beheer Openbare Ruimte | 80% | 400.000 | |
Uitstel Omgevingswet | Risico is dat de omgevingswet mogelijk opnieuw wordt uitgesteld, maar vanuit de landelijke politiek lijkt wel daadwerkelijk gekoerst te op de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2023. In 2022 zijn nog middelen uit de bestemmingsreserve Omgevingswet beschikbaar voor het opstellen van het Omgevingsplan. Ook voor 2023 zijn in die reserve middelen beschikbaar Bij de 1e en/of 2e Burap 2023 zal gerapporteerd worden indien zich budgetafwijkingen op de post Omgevingswet voordoen. Vanuit een rijksbijdrage septembercirculaire 2022 kan dekking voor eventuele afwijkingen gevonden worden. Ook de Wet Kwaliteitsborging Bouw die 1 januari 2023 in werking treedt brengt risico’s met zich mee. | Ruimtelijk Beleid | 70% | 400.000 | |
Verbonden Partijen | Verbonden partijen zijn gemeentelijke samenwerkingsverbanden of deelnemingen die gevormd zijn om bepaalde taken bijvoorbeeld efficiënter uit te voeren. De gemeente Gouda heeft in de rechtspersonen bestuurlijke invloed en/of financiële belangen. De gemeentelijke bijdrage van Gouda aan de verbonden partijen bedroeg in 2021 € 40,3 miljoen. | Verbonden partij/subsidie | 50% | 1.000.000 | |
Specifieke Uitkeringen (SiSa) | De gemeente ontvangt allerlei specifieke uitkeringen welke verantwoord dienen te worden via de systematiek van Single Information Single Audit (SISA). Indien de verantwoording niet of onvoldoende invulling krijgt, loopt de gemeente het risico dat de uitkering niet als een rechtmatige besteding wordt aangemerkt en terugbetaald moet worden. Naast het risico van terugbetaling, bestaat er een financieel risico als gevolg van extra werkzaamheden door de accountant en/of ambtelijke inzet. | Control | 5% | 1.800.000 | |
Vorderingen op personen/ bedrijven zijn niet te innen | Het toepassen van bestuursdwang (artikel 5.3.1 Awb) is een van de handhavingsinstrumenten die gemeenten hebben tegen overtredingen van de wet en illegale situaties. Het risico bestaat dat de dwangsom vervolgens niet geïnd kan worden. Dit geldt ook voor andere vorderingen die de gemeente heeft op personen of bedrijven. | Financiën | 30% | 700.000 | |
Aansprakelijkheid en nadeelcompensatie | Niet of onvoldoende nakomen van contractuele afspraken en toezeggingen, onzorgvuldig handelen of onjuiste toepassing van regelgeving kan ertoe leiden dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor schade. Deze schade kan ontstaan in het openbaar gebied (letselschade, materiële schade, evenementen etc.). Meestal door handelen/nalaten gemeente (onterecht weigeren/verlenen vergunning, werken in de openbare ruimte). Het gaat hierbij om grotere schades die niet worden gedekt door de verzekering (contractuele aansprakelijkheid) of boven de dekking uitgaan. | Bestuur & Management | 30% | 1.000.000 | |
Extra uitgaven voor opvang Oekraiense vluchtelingen | Vluchtelingen uit Oekraïne die naar Nederland reizen, worden ook in Gouda opgevangen. Voor de noodopvang van Oekraiense vluchtelingen is de voormalig Blokkerlocatie omgezet tot appartementencomplex. Met de opvang gaan veel kosten gepaard. Huisvestingskosten maar ook veel ambtelijke capaciteit. Het Rijk heeft aangegeven de gemaakte kosten te vergoeden. Risico is dat de vergoeding niet toereikend is om alle kosten te dekken. Naarmate de crisis langer aanhoudt kan dit leiden tot een grotere toestroom van vluchtelingen. | Openbare Orde en Veiligheid | 40% | 1.000.000 | |
Rampen en crises | Dit risico is de verzameling van alle veiligheidsrisico´s: overstromingen, ordeverstoringen, treinongevallen, terrorisme. Hieronder worden per categorie de belangrijkste risicoś genoemd. | Openbare Orde en Veiligheid | 15% | 3.000.000 | |
Geheugen van Gouda | Het Geheugen van Gouda is een groots opgezet programma waarbij een centraal organisatiegeheugen wordt opgezet met een focus op zaakgericht werken en centrale opslag van documenten. | ICT | 50% | 250.000 | |
Bedrijfscontinuiteit | Bedrijfscontinuïteit is gericht op het waarborgen van de voortgang van bedrijfsprocessen naar aanleiding van een incident, ramp of calamiteit. Dit zijn traditionele rampen, zoals natuurrampen, brand en diefstal. Zo kan bijvoorbeeld langdurige stroomuitval de continuïteit van de dienstverlening in gevaar brengen. Daarnaast zijn er nieuwe bedreigingen voor de continuiteit van de bedrijfsvoering. Dit zijn criminaliteit, fysiek en cyber terrorisme, bestuurlijke crisis, sabotage, diefstal of verlies van informatie en lekken. Ongeacht de aard en oorzaak van de verstoring of crisis kunnen de gevolgen grote impact hebben en voor de organisatie desastreus van aard zijn. | Faciltair | 30% | 1.500.000 | |
Open einde regeling WMO | De Wet Maatschappelijke ondersteuning (WMO) is een open-einde regelingen en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het betreffende jaar niet toereikend is (bijvoorbeeld door demografische ontwikkelingen). WMO doet de gemeente zelf. | WMO | 30% | 250.000 | |
Informatieveiligheid | Cybercrime is een vorm van digitale criminaliteit waarbij internetcriminelen inbreken op bijvoorbeeld een computer, telefoon of het complete netwerk van een organisatie. ICT is bij deze vorm van criminaliteit het doel én het middel. ‘Malware’, ‘ransomware’ en ‘phishing’ zijn de meest voorkomende vormen van cybercriminaliteit. Cybercriminelen gebruiken daarvoor onder meer computervirussen of kwaadaardige en schadelijke software. Bij ransomware worden bestanden ontoegankelijk gemaakt totdat het slachtoffer betaalt. Dit soort aanvallen worden steeds groter en vernuftiger, waarbij bedrijven en organisaties bewust worden aangevallen. Dit kan leiden tot langere uitval van ICT systeem of zelfs financiële schade door het betalen van losgeld. | ICT | 30% | 1.000.000 | |
Toename beroep op borgstellingen en garanties | Gemeenten staan borg voor de rente- en aflossingsverplichtingen van organisaties zoals culturele instellingen, voetbalclubs, bibliotheek, etc. Als een partij niet kan voldoen aan de verplichting jegens de bank dan zal de bank de gemeente aanspreken de betalingsverplichting over te nemen of de schuld over te nemen bij een faillissement (afhankelijk van de gevestigde zekerheden). Borgstellingen met het hoogste risicoprofiel zijn de Schouwburg en de Cheese Experience. | Treasury | 25% | 3.000.000 | |
Borgstelling via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) en WSW-borgstellingen voor woningcorporaties | Dit risico betreft aan particulieren en aan woningcorporaties verstrekte geldleningen waarvoor waarborgfondsen optreden als borg; de gemeente fungeert als achtervang (als secundaire of tertiaire zekerheid). De gemeente zal pas op deze borgstellingen worden aangesproken als het garantievermogen van de waarborgfondsen onvoldoende is om de betalingsverplichtingen voor rente en aflossing van de gewaarborgde geldleningen over te nemen van de in gebreke blijvende instelling. | Treasury | 5% | 50.000 | |
Saldo financieringsfunctie valt lager uit dan begroot | Betreft het taakveld treasury: | Treasury | 90% | 100.000 | |
Stijgende Rente | Het risico is dat de rente, die wij eventueel straks in toekomst moeten gaan betalen hoger gaat worden, dan waar in de | Financiën | 30% | 500.000 | |
Lagere uitkeringen vanuit het Rijk | Tot en met 2025 bestaat het risico dat de inkomsten vanuit het Rijk lager uitvallen dan in de begroting is geraamd. Vanwege de normeringssystematiek in het gemeentefonds (trap-op-trap-af) werken lagere bestedingen op rijksniveau met vertraging door in de uitkering uit het gemeentefonds. Voor de gemeente is het bijna onmogelijk daar tijdig op in te spelen. Lagere inkomsten zorgen voor een tegenvaller in de begroting. Om deze tegenvallers op te vangen moeten andere inkomsten worden verhoogd of kosten worden verlaagd. | Financiën | 50% | 2.500.000 | |
Open einde regeling Jeugd | De Wet Jeugdzorg is een open-einde regelingen en kent daardoor geen bestedingsplafond. Hierdoor moet de gemeente ondersteuning blijven leveren aan haar inwoners, ook als het budget voor het betreffende jaar niet toereikend is. Jeugd advisering wordt door de Sociaal Teams uitgevoerd. Er wordt met lokale en regionale partners samengewerkt, waarbij gemeente Gouda maatwerkvoorzieningen levert en optreedt op als financier. | Jeugdzorg | 70% | 3.000.000 | |
Open einde regeling Participatiewet (Pw-budget) | Het PW-budget (v/h WWB BUIG-budget) is voor de gemeente Gouda sinds 2011 onvoldoende gebleken om de uitkeringen in het kader van de Participatiewet te betalen. Kenmerkend voor dit budget is dat deze een open einde regeling is. Vooraf is niet duidelijk hoe de bijstandsvraag zich zal ontwikkelen en in hoeverre het budget wordt overschreden. Gemeenten moeten een tekort op hun budget voor de Participatiewet zelf opvangen. | Werk en inkomen | 60% | 500.000 | |
Integraal Huisvestingsplan (IHP) | De gemeente heeft de wettelijke taak scholen van adequate huisvesting te voorzien. Een deel van de schoolgebouwen is aan het eind van hun levensduur en voldoet zowel functioneel als technisch niet meer aan de eisen van deze tijd. Samen met de schoolbesturen en een extern adviesbureau is een integraal huisvestingsplan (IHP) opgeleverd voor de komende vijftien jaar. Op basis van gezamenlijke uitgangspunten en een quickscan van gebouwen zijn verschillende scenario’s voor herschikking, nieuwbouw en renovatie van schoolgebouwen uitgewerkt. | Onderwijs | 80% | 3.000.000 | |
Onderhoud sportaccomodaties | Onderhoud van de sportaccomodaties is opgenomen in het meerjarig onderhoudsplan. Het risico is dat het budget niet toereikend is. Terwijl het onderhoud wel uitgevoerd moet worden. | Vastgoed | 60% | 100.000 | |
MO overig | Overige risico´s in het sociaal domein; | Sociaal Domein | 70% | 1.000.000 | |
Covid 19 | Het is onzeker hoe de coronapandemie zich verder ontwikkelt en welke impact het virus zal hebben op de samenleving. Het Rijk heeft toegezegd dat gemeenten er financieel niet op achteruit mogen gaan door de coronapandemie en heeft gemeenten reëel gecompenseerd voor alle extra uitgaven en misgelopen inkomsten. Sommige maatregelen die dan (opnieuw) genomen moeten worden vallen niet onder deze compensatie. Daarnaast is er nog het risico dat het virus zich op een dermate ernstige manier ontwikkelt dat het Rijk gemeenten niet meer reëel kan en/of wil compenseren, terwijl Gouda te maken krijgt met misgelopen inkomsten en extra uitgaven. Bij misgelopen inkomsten kan gedacht worden aan minder inkomsten uit de parkeerbelasting, toeristenbelasting en reclame-exploitatie; bij extra uitgaven aan en uitgaven aan handhaving, afvalinzameling en het ondersteunen van culturele instellingen, sportverenigingen en kwetsbare inwoners. De grootte van dit financieel nadeel zal afhangen van de ernst en de duur van het verloop van de pandemie, waarover nog veel onzeker is. | Covid19 | 60% | 2.500.000 | |
Inflatie | Door de onvoorspelbare inflatie kunnen de prijzen voor afgenomen diensten en producten hoger uitpakken dan verwacht, en meer dan de uitkering uit het Gemeentefonds meestijgt door de loon-prijsindexatie. | Financiën | 30% | 1.000.000 | |
Loonstijgingen | Op 1 januari treedt een nieuwe cao voor gemeenteambtenaren in werking. Door de hoge inflatie is er een kans op grote stijgingen in deze lonen. Dit wordt In 2023, 2024 en 2025 deels opgevangen door een hogere algemene uitkering van het Rijk, omdat deze in die jaren meeloopt met de uitgaven van het Rijk, die stijgen doordat de lonen ook bij het Rijk stijgen. Desondanks is er een risico dat de lonen bij gemeenten harder stijgen dan bij het Rijk en dat deze stijging van de algemene uitkering de extra kosten niet geheel opvangt. | Financiën | 30% | 800.000 | |
Toenemende armoede | Door de hoge inflatie en stijgende energieprijzen neemt de koopkracht zeer stevig af en stijgt het aantal mensen en kinderen in armoede (op landelijk niveau van respectievelijk 5,7% van de mensen en 7,2% van de kinderen in 2021 naar 7,6% van de mensen en 9,5% van de kinderen in 2022). Deze toename van armoede kan leiden tot een behoorlijke stijging van het beroep op bepaalde gemeentelijke voorzieningen, zoals de bijstand, schuldhulpverlening en andere regelingen voor minima. Er is ook een financieel risico op meer vrijstellingen voor gemeentelijke belastingen en meer wanbetalingen. | Financiën | 70% | 600.000 | |
Oninbaarheid huren, leges en belastingen | Als gevolg van de inflatie en stijgende energieprijzen is het risico aanwezig van oninbaarheid van huren als partijen niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen. Ook kan de oninbaarheid van leges en belastingen dan toenemen. | Financiën | 40% | 450.000 | |
Cultuurinstellingen die in financiële nood komen | Een groot deel van de culturele sector heeft in 2020 en 2021 verliezen geleden als gevolg van de maatregelen rondom Covid-19. De financiële impact verschilt per organisatie. Gebleken is dat bijvoorbeeld de podia en tentoonstellingsorganisaties harder getroffen zijn, dan cultuureducatie. Door de sluiting, de beperkingen qua publieksaantallen en de extra kosten die de maatregelen met zich meebrengen, komen culturele organisaties, groot en klein, in de problemen door het wegvallen van en vermindering van inkomsten. Meerdere organisaties benaderen de gemeente voor (financiële) steun. Door de inflatie, stijgende energieprijzen en/of nieuwe uitbraak pandemie is de verwachting dat het verdienmodel van de cultuursector structureel onder druk komt te staan. Dit kan effecten hebben op het subsidiebeleid. | Financiën | 40% | 1.000.000 |
De toekomstige kasstromen bij grondexploitaties leveren per definitie risico’s op. Opbrengsten kunnen tegenvallen, terwijl ook de kosten hoger kunnen uitvallen. Deze risico’s kunnen worden gekwantificeerd, waarbij ervan uit wordt gegaan dat er een kans bestaat dat opbrengsten en kosten met 10% tegenvallen. Het benodigd weerstandsvermogen voor grondexploitaties komt dan uit op € 6.402.000.
De Monte Carlo simulatie die is uitgevoerd met betrekking tot de overige procesrisico’s (going concern) levert een benodigd weerstandsvermogen op van € 11.295.000 Daarbij wordt het gebruikelijke zekerheidspercentage van 90% gehanteerd.
Het benodigd weerstandsvermogen voor 2023 en verder bedraagt dan bij het opmaken van deze begroting € 17.697.000.
Door het beschikbaar weerstandsvermogen te delen door het benodigd weerstandsvermogen wordt de ratio weerstandsvermogen van de gemeente verkregen.
In onderstaand tabel is de ontwikkeling meerjarig weergegeven.
Aangezien de inschatting van het benodigd weerstandsvermogen een momentopname betreft, terwijl het beschikbare weerstandsvermogen meerjarig wordt berekend, rijst de vraag in hoeverre het juist is, om de ratio meerjarig weer te geven. Over een jaar zal het benodigd weerstandsvermogen immers lager zijn, omdat met name de grondexploitaties dan verder zijn gevorderd (met een navenante risicoreductie als gevolg). Overwogen kan worden om in komende begrotingen de ratio enkel voor het begrotingsjaar te presenteren, een werkwijze die in steeds meer gemeenten gevolgd wordt.
Door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen met de benodigde weerstandscapaciteit kan een kwalificatie worden gegeven over de toereikendheid van de weerstandscapaciteit.
Hiervoor wordt onderstaande tabel gehanteerd.
Waardering | Ratio | Betekenis |
A | >2,0 | Uitstekend |
B | 1,4-2,0 | Ruim voldoende |
C | 1,0-1,4 | Voldoende |
D | 0,8-1,0 | Matig |
E | 0,6-0,8 | Onvoldoende |
F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
De weerstandsratio is een kengetal dat aangeeft in welke mate de gemeente in staat is om risico’s op te vangen. Dit kengetal wordt berekend door de beschikbare weerstandcapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit
Het beschikbaar weerstandsvermogen moet minimaal gelijk zijn aan het benodigd weerstandsvermogen om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich daadwerkelijk voordoen.
De weerstandsratio voor Gouda is 2,0. Dit betekent dat de gemeente Gouda ruim voldoende in staat is om risico's op te vangen.