De bij dit onderdeel geraamde onttrekkingen zijn grotendeels een gevolg van de besluitvorming over de aanwending van de reserve sociaal domein en de algemene reserve.
Dit taakveld toont in feite het begrotingssaldo, na alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Het begrotingssaldo kent het volgende meerjarige verloop.
(bedragen x € 1.000) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Begrotingssaldo | -2.613 | -5.778 | -11.437 | -814 |
Het saldo wordt administratief technisch in de jaren 2023 - 2026 toegevoegd aan de algemene reserve.
De OZB is een belasting die gemeenten mogen heffen over woningen en niet-woningen. De OZB maakt onderdeel uit van de groep lokale heffingen (rioolheffing, OZB, afvalstoffenheffing, leges, parkeeropbrengsten, precariobelasting, hondenbelasting, havengelden, staangelden, marktgelden en toeristenbelasting) en genereert voor de gemeente Gouda binnen de lokale heffingen de op een na hoogste belastingopbrengst. De OZB kan worden gesplitst in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De aanslagen OZB worden berekend op basis van de waarde van de onroerende zaken. Deze waardering dient de gemeente uit te voeren op grond van de Wet waardering onroerende zaken.
Het tarief voor de heffing van de OZB wordt jaarlijks gewijzigd. De aanslag OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaken, zoals die op de voet van de Wet WOZ wordt vastgesteld. Voor het jaar 2023 worden de onroerende zaken gewaardeerd naar waardepeildatum 1 januari 2022.
Aan de lastenkant worden kosten geraamd voor het innen van de opgelegde belastingen, de zogenaamde perceptiekosten. Feitelijk zijn dit alle personele en materiële kosten die verband houden met de oplegging, inning, afhandeling van bezwaarschriften en de kosten van de uitvoering van de Wet WOZ.
Tot dit taakveld behoren de heffing en invordering van parkeerbelasting, de opbrengsten van parkeerfaciliteiten en de opbrengsten uit boetes. In Gouda zorgen met name het betaalde straatparkeren rondom de binnenstad en de stationsparkeergarage voor jaarlijkse inkomsten.
Tot dit taakveld behoren overige gemeentelijke belastingen, zoals de precariobelasting en de hondenbelasting.
De (algemene) uitkering uit het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente. De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald op basis van objectieve maatstaven zoals bijvoorbeeld het aantal inwoners, het aantal woonruimten en andere sociale en fysieke kenmerken van de gemeente. Naast de algemene uitkering komen uit het gemeentefonds ook decentralisatie-uitkeringen, integratie-uitkeringen en suppletie-uitkeringen, die allemaal hun eigen specifieke basis hebben.
De hoogte van de uitkering uit het gemeentefonds voor de periode 2023-2026 is gebaseerd op informatie uit de meicirculaire gemeentefonds 2022. In deze meicirculaire is ook de nieuwe verdeling van het gemeentefonds verwerkt. De raad heeft de verwerking van deze circulaire vastgesteld via een apart raadsbesluit op 4 juli 2022.
De uitkomsten van de septembercirculaire 2022 worden verwerkt in het raadsvoorstel van de programmabegroting 2023 - 2026.
Binnen dit taakveld presenteert de gemeente de algemene lasten en baten, de post onvoorziene uitgaven algemeen en de stelposten voor nog toe te wijzen middelen. Binnen dit taakveld staan ook de loonkosten voor bovenformatief personeel dat niet meer aan het werk is en de lasten en baten van gedetacheerd personeel.
Wettelijk is voorgeschreven dat in de programmabegroting een post voor onvoorziene uitgaven is opgenomen. Er zijn geen voorschriften, of normen, over de omvang hiervan. Het is aan de raad om aan te geven welke omvang hij nodig acht. De raming voor 2023 bedraagt € 151.000. Dit is het totaalbedrag dat beschikbaar is voor alle programma’s tezamen, dat onder voorwaarden (onvoorzien, onvermijdbaar, onuitstelbaar) kan worden aangewend. De hoogte van de onvoorziene uitgaven is trouwens niet bedoeld om omvangrijke afwijkingen binnen de begroting op te vangen. Daarvoor dient de beschikbare weerstandscapaciteit.
Stelposten zijn posten die wel in de begroting zijn meegenomen voor het algemeen beeld, maar nog niet zijn uitgewerkt of ingevuld. Dit omdat nog niet bekend is hoe de verdeling precies plaatsvindt. Het is wenselijk zo min mogelijk met stelposten te werken.
Binnen de begroting van Gouda zijn de volgende stelposten verwerkt:
Alle bedragen in onderstaande tabel zijn positief. Dat betekent dat de middelen beschikbaar zijn voor besteding.
Omschrijving (bedragen * € 1.000) | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|
Stelposten loon- en prijscompensatie | 759 | 4.652 | 8.890 | 12.680 |
Stelpost uitbreiding Westergouwe | 404 | 393 | 380 | 380 |
Stelpost taakmutaties uitkering gemeentefonds | 1.074 | 1.070 | 749 | 764 |
Stelpost winterplan | 2.276 | 1.776 | 276 | 276 |
Stelpost onderuitputting kapitaallasten | 250 | 250 | 250 | 250 |
Totaal | 4.763 | 8.140 | 10.545 | 14.350 |
Overheden vallen onder de vennootschapsbelastingplicht. Over de winst die zij met ondernemingsactiviteiten hebben behaald, moeten zij vennootschapsbelasting betalen.
De gemeente Gouda verwacht op basis van de huidige inzichten dat de activiteiten Straatparkeren, Parkeergarage, reclame en bedrijfsafval door de ondernemerspoort gaan:
Deze bedragen worden respectievelijk € 176.500 voor 2023 en € 534.000 voor de periode 2024-2026 als de kabinetsplannen goedgekeurd worden om het lage tarief in de Vpb van 15 procent te laten gelden voor de eerste € 200.000 winst in plaats van voor de eerste € 395.000 nu.