Belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen

Regio Midden Holland

Inhoudelijk is het netwerk binnen de Regio Midden-Holland georganiseerd langs vijf tafels: (1) economie, onderwijs en arbeidsmarkt, (2) ruimte en wonen, (3) verkeer en vervoer, (4) sociaal domein en (5) duurzaamheid. In toenemende mate doen zich echter opgaven voor die de grenzen van elk van de tafels overstijgen en die vragen om een bredere aanpak en een stevigere verbinding tussen de tafels. Daarvoor is de strategische agenda ‘De kracht van Midden-Holland: regio van verbinding’ opgesteld en is het kernverhaal van Midden-Holland omschreven rond de thema’s groeigebied, bereikbaarheid en economische vitaliteit. In 2023 wordt hier verder uitvoering aan gegeven.

ODMH

Duurzaamheid

Het thema duurzaamheid staat prominent op de agenda bij gemeenten en provincie als gevolg van het VN-Klimaatakkoord van Parijs en de daaruit volgende Klimaatwet en nieuwe EU-afspraken, gericht op het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering. Specifiek voor Gouda geldt daarbij het doel om in 2040 klimaatneutraal te zijn als stad. De ODMH adviseert en ondersteunt gemeenten bij energietransitie, wettelijke taken energiebesparing bij bedrijven, circulaire economie, duurzame mobiliteit en verduurzaming van de gebouwde omgeving

Omgevingswet

De komst van de Omgevingswet betekent dat er veel verandert. Bij het opstellen van Omgevingsvisies, gemeentelijke Omgevingsplannen en de provinciale Omgevingsverordening is de bij de ODMH aanwezige expertise en informatie over de fysieke leefomgeving benodigd. De wet treedt naar verwachting op 1 januari 2023 in werking. De ODMH bereidt zich, gezamenlijk met de opdrachtgevers en ketenpartners, voor op de toekomstige ontwikkelingen rondom de Omgevingswet.

Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden gemeenten bevoegd gezag over de bodem. Verschillende taken worden van de provincie overgedragen naar gemeenten. Dat heeft financiële en juridische gevolgen. De afgelopen jaren is invulling gegeven aan de overdracht van bodemtaken om deze vanaf 1 januari 2023 uit te voeren. Zorgpunt is (het gebrek aan voldoende) overdracht van middelen naar gemeenten voor deze taken.

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen treedt tegelijk in werking met de Omgevingswet. Gemeente behouden naast de handhavingsbevoegdheid ook de bevoegdheid tot het uitvoeren van toezicht. Dit omdat de handhavende taak alleen uitvoerbaar is als ook kan worden waargenomen en beoordeeld of tot interveniëren moet worden overgegaan. Verder treedt de wet alleen in werking als er voldoende waarborgen zijn, bv. ten aanzien van het digitale stelsel DSO, zodat de afhandeling van bouwaanvragen onder het nieuwe stelsel hiervan geen hinder ondervindt.

Interbestuurlijk Programma VTH: In navolging van o.a. Het rapport van de Commissie Van Aartsen wordt gewerkt aan het doorvoeren van verbeteringen in het VTH-stelsel. Focus daarbij ligt op het bestrijden van milieucriminaliteit. De ODMH, evenals de 4 andere omgevingsdiensten van Zuid-Holland participeren in het IBP.

Groenalliantie Midden-Holland en omstreken

Het primaire belang van Groenalliantie is de bescherming van de belangen van natuur, recreatie en landschap in de natuur- en recreatiegebieden conform de doelstelling in de Gemeenschappelijke regeling. De natuur- en recreatiegebieden van Groenalliantie maken onderdeel uit van een groter groen recreatief netwerk en zijn van groot recreatief belang voor Gouda en haar directe omgeving. In alle gebieden van Groenalliantie Midden-Holland zijn in 2022 verbeteringen en aanvullingen in de recreatieve voorzieningen uitgevoerd. De uitvoeringstaken van de Groenalliantie worden tussen 2019 en 2026 uitgevoerd door samenwerkingspartner Staatsbosbeheer. Dit maakt onderdeel uit van de op 12 december 2018 afgesloten samenwerkingsovereenkomst.

Ontwikkelplan Groenalliantie 2030 & Uitvoeringsagenda
Eind 2021 is het Ontwikkelplan Groenalliantie 2030 vastgesteld. Groenalliantie zet met het Ontwikkelplan Groenalliantie 2030 de koers uit voor de komende 10 jaar als vervolg op de omvangrijke en succesvolle Kwaliteitsimpuls Groenalliantie. Het Ontwikkelplan (2021) geeft de richting en kaders aan voor het strategisch en tactisch handelen van het bestuur ten aanzien van investeringen, meerjarig beheer, omgang met maatschappelijke vraagstukken en samenwerking met andere partijen (waaronder de horizontale samenwerking met Staatsbosbeheer). Het Ontwikkelplan Groenalliantie 2030 gaat vergezeld van een meerjarige investeringsagenda. De agenda bevat onderzoeken, verkenningen en uitvoerings-/inrichtingsprojecten die invulling geven aan de opgave om de gebieden op het gebied van natuur en recreatie verder te versterken. Groenalliantie geeft hiermee invulling aan de gebiedsopgaven en ontwikkelingsperspectieven. De investeringsagenda kent een looptijd van vijf jaar (2022-2026), maar heeft een dynamisch karakter.

Duurzame en klimaatadaptieve gebieden
Naast gebiedsgerichte investeringen wil de Groenalliantie in 2023 positief bijdragen aan bredere opgaven zoals gezondheid, biodiversiteit, de energietransitie en klimaatadaptatie. Zo kunnen de natuur- en recreatiegebieden een bijdrage leveren aan de infiltratie van regenwater en het verhogen van de biodiversiteit. Daarvoor wordt een duurzame balans gezocht tussen natuur en recreatie waarbij het uitgangspunt is dat de natuurwaarden, waterkwaliteit en biodiversiteit toenemen in de komende jaren. Ook wordt er gezocht naar de mogelijkheden om op kleine schaal meer duurzame energie op te wekken. De opgaven zoals benoemd in het Ontwikkelplan worden opgepakt en samen met gebiedspartners en maatschappelijke partijen uitgewerkt.

Er is nog altijd geen duidelijkheid over de financiële bijdrage die de provincie in 2026 e.v. gaat leveren voor (het beheer van) natuur en recreatiegebieden door schappen. Dit is onderdeel van lobby.

Promen

Met Promen is het ‘Hoofdlijnenbesluit 2018-2025’ afgesloten. Hiermee is een financiële en juridische knip ingevoerd tussen de GR Promen (uitvoering Sociale Werkvoorziening) en de onderliggende BV die de Participatiewet dienstverlening uitvoert. De BV die de PW-dienstverlening uitvoert (re-integratiemodules, diverse arbeidscontracten zoals ‘Beschut Werk’, Garantiebaan en Regulier contract) heet ProWork. Jaarlijks maakt de gemeente Gouda maatwerkafspraken met Prowork.

Voor de WSW, die wordt uitgevoerd door Promen, zal de kostprijs per WSW-fte de komende jaren stijgen. Daarnaast neemt het aantal WSW’ers af. Om te voorkomen dat de exploitatietekorten toenemen, zullen, daar waar mogelijk, optimalisaties in de formatie staf en leiding en de overige bedrijfskosten worden doorgevoerd. Beide onderdelen (Promen en ProWork) zorgen ervoor dat – buiten onverwachte wijzigingen in wet- en regelgeving - er geen grote begrotingstekorten te verwachten zijn.

Hecht (voorheen RDOG)

Programma RDOG 2024.

Het veranderprogramma Hecht24 is een programma gericht op een vereiste organisatieontwikkeling binnen Hecht, en de samenwerking met haar doelgroepen, opdrachtgevers en ketenpartners. De ambitie van het programma is Hecht te ondersteunen om in 2024 een wendbare, moderne en klantgerichte organisatie te zijn. Dat zij kan meebewegen met veranderingen in de maatschappij en met integrale gezondheidsdeskundigheid kan blijven bijdragen aan een gezonder en veiliger Hollands Midden.

Voor een gerichte focus bestaat dit programma uit drie programmalijnen: Datagedreven en E-health, Organisatieontwikkeling en Strategisch Vermogen. In 2022 is de strategische koers voor Hecht op inhoud helder en afgestemd met het (nieuw geformeerde) algemeen bestuur. Het proces wat doorlopen is om tot deze strategische koers te komen wordt geëvalueerd en geborgd. Binnen Hecht24 zal de nieuwe managementfilosofie en het gedachtengoed op leiderschap verder worden gebracht naar het operationeel management en de professionals. Voor beide onderdelen van Hecht zijn trajecten ontwikkeld die leiden naar een (continu) lerende organisatie en een professionele cultuur.

Programma GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hollands Midden)

Jeugdgezondheidszorg. In 2022 loopt een pilot “Pluis – niet pluis” waarin wordt onderzocht of het mogelijk is een deel van de taken betreffende de dienstverlening aan 0-4 jarigen, over te dragen van de jeugdarts naar de jeugdverpleegkundige. Deze pilot wordt uitgevoerd op basis van een advies van een werkgroep Taakverschuiving, bestaande uit diverse artsen, verpleegkundigen en assistenten werkzaam in de JGZ. Aanleiding zijn landelijke strategische ontwikkelingen als programma Kansrijke Start, technologische (digitale) ontwikkelingen, veranderingen in de opleiding van artsen die gevolgen hebben voor hun vakmanschap en krapte op de arbeidsmarkt. In het najaar van 2022 staat de evaluatie van deze pilot gepland. Als deze pilot positief wordt geëvalueerd en alle JGZ-teams geschoold moeten worden, duurt de totale omzetting tot en met 2025. Een positief besluit geeft ook een verschuiving in de formatie artsen en verpleegkundigen, op dit moment geraamd op een daling (via natuurlijk verloop) van 9,2 fte artsen en een toename van 9,5 fte verpleegkundigen in 2025.

Gezondheidsbescherming en toezicht. De opdracht van het bestuur is om in 2023 door te gaan met de werkzaamheden op basis van eerdere opdrachten. Er is in de begroting 2023 voor gezondheidsbescherming en toezicht daarom geen sprake van taakuitbreidingen of taakinkrimping. Tussentijds worden inhoudelijke accenten gelegd in de taakuitvoering op basis van actuele ontwikkelingen, landelijk beleid of vragen van gemeenten. Deze tussentijdse wijzigingen zijn voor gemeenten in principe kostenneutraal.

Gezondheidsbevordering en Onderzoek. De resultaat verantwoordelijke eenheid Gezondheidsbevordering en Onderzoek geeft invulling aan Groepsgerichte monitoring (epidemiologie), Advisering Publieke Gezondheid, Gezondheidsbevordering 0-100, CJG-dienstverlening. Elk van deze 4 hoofdtaken kent een basisopdracht en een deel maatwerkafspraken in opdracht van bepaalde gemeenten. Over het algemeen is daarbij sprake van subsidierelaties met gemeenten. Ook is sprake van diverse (onderzoeks-)projecten die worden bekostigd uit landelijke subsidies (ZonMw/RIVM/VWS etc.) en aanvullende inzet gezondheidsbevordering die wordt bekostigd via scholen en schoolbesturen.

Intensivering groepsgerichte monitoring. De onderzoekers van de GGD zijn met diverse gemeenten in gesprek over de mogelijkheden om gegevens beter te benutten bij het vormgeven van gemeentelijk gezondheidsbeleid. Een van de consequenties voor de GGD’en van de coronacrisis is dat de monitoring van de gezondheidseffecten van de crisis door GGD‘en wordt geïntensiveerd. Een belangrijk onderdeel van deze intensivering is de verdubbeling van de frequentie van de gezondheidsmonitors die zijn gepland voor de komende jaren. In 2023 wordt een reguliere gezondheidsmonitor jeugd uitgevoerd (resultaten in 2024) en komen de resultaten beschikbaar van een extra monitor onder jongvolwassenen en van een extra monitor onder volwassenen en ouderen. Bovendien wordt gewerkt aan een nieuwe landelijk gestandaardiseerde OGGZ monitor. De cijfers worden, vaak op wijkniveau, gepubliceerd via www.eengezonderhollandsmidden.nl.

Programma GHOR (Geneeskundige Hulpverlening Hollands Midden).

Geen beleidswijzigingen.

Programma ZVH (Zorg- en Veiligheidshuis.)

De RVE Zorg- en Veiligheidshuis bestaat uit de diensten: Veilig Thuis, Basiszorgcoördinatie Kwetsbare Kinderen, het Meldpunt Zorg en Overlast, het Crisis Interventie Team, het Jeugd Preventie Team en het team Veiligheidshuis. De inhoudelijke doorontwikkeling van het ZVH op interne processen en de positionering in de keten van zorg en veiligheid is een continu (verbeter) proces en gaat ook in 2023 door.

Programma RAV (Regionale Ambulancevoorziening Hollands Midden.)

De RAV Hollands Midden verleent ambulancezorg en verzorgt meldkameractiviteiten in de regio Hollands Midden op basis van de Wet Ambulancezorgvoorzieningen. Het speerpunt binnen de acute zorg is het bieden van goede zorg op het juiste moment door de juiste hulpverlener op de juiste plaats. Zorgcoördinatie en zorgdifferentiatie zijn hier met name op gericht. In 2023 zijn de activiteiten van de RAV gericht op het voortbouwen op deze ontwikkelingen. Daarnaast is er aandacht voor de doorontwikkeling van het bekwaamheidsbeleid, het vinden, binden en boeien van zorgprofessionals en optimalisatie van de beschikbaarheid en spreiding van ambulances in de regio.

Grondbank RZG Zuidplas

De Grondbank heeft ca. 300 ha aan grond en opstallen in eigendom. Deze zijn voor het overgrote deel gelegen binnen de gemeente Zuidplas. De gemeente Gouda neemt voor 6% deel in de Grondbank. Op 1 juli 2021 is een koopovereenkomst gesloten tussen de Grondbank en de gemeente Zuidplas, waarin de gemeente Zuidplas de gronden van de Grondbank in eigendom overneemt. De koopovereenkomst zorgt ervoor dat de focus van de Grondbank komt te liggen op het beheren van het grondbezit en daarop aanwezigen opstallen totdat deze door de gemeente Zuidplas worden overgenomen. Het streven is daarbij dat de Grondbank per 31-12-2024 wordt opgeheven.

Veiligheidsregio Hollands Midden

Belangrijkste aandachtspunten voor 2023

Evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s

In februari 2021 heeft het kabinet haar standpunt over de evaluatie Wet veiligheidsregio’s aan de Tweede Kamer aangeboden. In juni 2021 heeft het Veiligheidsberaad een position paper wetsevaluatie verzonden naar de leden van de Tweede Kamer, vooruitlopend op de parlementaire behandeling in Den Haag.

Het Veiligheidsberaad heeft in haar position paper een aantal geprioriteerde en overkoepelende thema’s benoemd:

  • wijze van invulling gezamenlijke verantwoordelijkheid;
  • organisatie aanpassen op schaal en type crisis;
  • positie van de GHOR in de crisisbeheersing;
  • positie van bevolkingszorg in de crisisbeheersing;
  • standaarden brandweerzorg/gezamenlijke inhoudelijke opgave brandweer;
  • informatievoorziening

De minister van Justitie en Veiligheid wil het rapport evaluatie Wvr in samenhang met de bevindingen uit de Coronacrisis en de (tussen)evaluatie Wet publieke gezondheid bespreken en bij de definitieve standpuntbepaling betrekken.

Herverdeling gemeentefonds

Momenteel wordt onderzocht hoe het gemeentefonds opnieuw kan worden verdeeld. De invoering van de nieuwe verdeling van het gemeentefonds staat gepland voor 2023. Het relatief gemeentelijk aandeel wordt na groot onderhoud van het gemeentefonds herijkt.

Digitale ontwrichting

Op landelijk niveau wordt gewerkt aan een beter(e) informatiepositie en handelingsperspectief voor de besturen van veiligheidsregio’s over het onderwerp digitale ontwrichting.

De rol, taken en verantwoordelijkheden van de veiligheidsregio in relatie tot digitale ontwrichting kent meerdere aspecten. Om deze aspecten inzichtelijk te maken wordt gewerkt met het zogeheten cyberkwadrant, langs de assen ‘intern/extern’ en ‘voorkomen/bestrijden’. Dit kwadrant wordt landelijk gebruikt en geeft inzicht in de specifieke inspanningen van VRHM op het gebied van digitale ontwrichting:

  • Het kwadrant cyberveiligheid (intern/voorkomen).
  • Het kwadrant cyberweerbaarheid (intern/bestrijden).
  • Het kwadrant cyberwaakzaamheid (extern/voorkomen).
  • Het kwadrant cybergevolgbestrijding (extern/bestrijden).

Doorontwikkeling Bevolkingszorg

Naar aanleiding van de evaluatie Wet veiligheidsregio’s vindt aanpassing van de landelijke ambitieagenda Bevolkingszorg plaats. Verdere kwaliteitsverbetering van bevolkingszorg en crisiscommunicatie is nodig omdat in toenemende mate sprake is van het risico op ‘moderne crises’. Die kenmerken zich door een complex, bovenregionaal karakter, met een veelheid aan actoren en kans op maatschappelijke ontwrichting.

Deze kwaliteitsverbetering kan worden bereikt door uniformiteit in optreden zodat gemeenten en veiligheidsregio’s beter kunnen samenwerken bij bovenregionale crises.

Informatiebeveiliging veiligheidsregio’s

De VRHM heeft audits informatiebeveiliging laten uitvoeren op basis van de landelijk vastgestelde 32 Baseline

Informatieveiligheid Overheid (BIO) normen. Uit deze audits is gebleken dat de VRHM nog niet aan alle BIO-normen voldoet. Het bestuur is hierover ook geïnformeerd. De aandachtspunten uit de audit zijn opgepakt. Tegelijkertijd is door het Veiligheidsberaad het versnellingsprogramma Informatieveiligheid vastgesteld (2021). Het doel van dit programma is om in 2023 te voldoen aan de gehele landelijk BIO-norm (110 normen). Het versnellingsprogramma leidt tot een forse investering van de veiligheidsregio in informatieveiligheid/cyberveiligheid in 2022 e.v. De nieuwe Digitale Agenda Gemeenten 2024 (VNG) wordt hierin meegenomen.

Duurzaamheid

Het thema duurzaamheid is onderdeel van het beleidsplan. De VRHM heeft op het onderwerp duurzaamheid het volgende uitgangspunt: niet alleen via duurzaamheid inzetten op het verminderen van onze CO2-uitstoot, maar óók een bijdrage leveren aan een eerlijke en sociale samenleving.

Regionaal Risicoprofiel 2023-2026 en Regionaal Beleidsplan 2024-2027

Als alles volgens planning verloopt wordt eind 2022 een nieuw Regionaal Risicoprofiel 2023-2026 vastgesteld. De ambitie richt zich op een tweetal gebieden: de doorontwikkeling van het Regionaal Risicoprofiel als bestuurlijk-strategisch product en de ontwikkeling van een dynamische weergave van de risico’s in de regio.

Ook zijn de voorbereidingen voor het opstellen van het Regionaal Beleidsplan 2024 - 2027 gestart. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het nog vast te stellen Regionaal Risicoprofiel 2023-2026. Onderdeel van dit voorbereidingsproces is het opstellen van beleidsuitgangspunten. Deze zullen in het voorjaar van 2023 gezamenlijk met de begrotingsuitgangspunten 2024 aan het bestuur worden aangeboden. Deze beleidsuitgangspunten dienen als basis voor het op te stellen Regionaal Beleidsplan 2024-2027.

Financiële kaderstelling gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Hollands Midden

Bij het opstellen van het Regionaal Beleidsplan 2020-2023 is door het bestuur als financieel kader meegegeven, dat het beleidsplan moet passen binnen de bestaande programmabegrotingen van de VRHM en de GHOR. Dit is dan ook het uitgangspunt, waarbij wel het belang van een waardevaste programmabegroting voor de huidige en toekomstige taakuitvoering wordt benadrukt. Op basis van het principe van ‘nieuw voor oud’ zullen noodzakelijke beleidsontwikkelingen zo veel als mogelijk worden gerealiseerd. Als dit niet mogelijk is, bijvoorbeeld als gevolg van autonome of exogene ontwikkelingen, wordt het bestuur hierover tijdig geïnformeerd.

De bronnen voor de financiering in 2023 van de Veiligheidsregio Hollands Midden zijn:

  • Gemeentelijke bijdragen van 18 gemeenten € 53.584.994 (87,7%)
  • Rijksbijdrage (Brede Doeluitkering Rampenbestrijding) € 6.539.838 (10,7%)
  • Overige baten € 944.800 ( 1,6%)
  • Totaal € 61.069.632

Veiligheidsregio Hollands Midden wordt als gemeenschappelijke regeling met name gefinancierd door de deelnemende gemeenten (€ 53,6 mln., € 65,80 per inwoner). Daarnaast levert het Rijk door middel van een Rijksbijdrage (€ 6,5 mln.) een financiële bijdrage. De Rijksbijdrage is een specifieke uitkering die door het Ministerie van Justitie en Veiligheid rechtstreeks aan de veiligheidsregio’s wordt uitgekeerd. De regio’s ontvangen één bedrag (lumpsum) voor een aanvulling in de bekostiging van de taken op de beleidsterreinen.

Het financiële kader betreffende indexering en eventuele algemene taakstelling voor 2023 wordt gevormd door de Financiële kaderstelling gemeenschappelijke regelingen Hollands-Midden voor begrotingen 2023, opgesteld door het financieel overleg van gemeenten in HollandsMidden onder voorzitterschap van wethouder Michiel Bunnik (Gouda).

  1. De toegestane prijsindexatie voor 2023 bedraagt 3,7% voor beloning werknemers en 2,5% voor netto materieel. Voor de VRHM betekent dit een (gewogen) indexering van de gemeentelijke bijdragen van 3,28% t.o.v. 2022.
  2. De taakstelling bedraagt voor de begroting 2023 0,0% ten opzichte van 2022.

In de gehanteerde systematiek van de FKGR wordt de indexering voor 2023 gecorrigeerd voor ontwikkelingen in het jaar 2021 en 2022. De indexering voor 2023 wordt vastgesteld op basis van de indices uit het CEP van 2021 (de grondslag voor de septembercirculaire 2021). Dit impliceert, dat de prijsontwikkeling voor 2023 bijna twee jaar van tevoren wordt bepaald. In deze twee jaar kunnen zich echter afwijkingen voordoen en zonder correcties kan dat vervolgens tot structurele afwijkingen leiden. De inzichten uit de septembercirculaire 2021 met betrekking tot 2021 en 2022 wordt gebruikt om de correctie te berekenen. Deze correctie wordt dan toegepast op het indexpercentage voor 2023.

Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland

Algemeen

De gemeente Gouda neemt vanaf de oprichting sinds 1 januari 2011 deel in de gemeenschappelijke regeling BSGR. De BSGR verzorgt namens de gemeente de uitvoering van de Wet WOZ en de heffing en inning van gemeentelijke belastingen.

Deelnemersbijdrage

De deelnemers betalen een jaarlijkse bijdrage (deelnemersbijdrage) op basis van de vastgestelde verdeelsleutels zoals aantal objecten, aantal aanslagen en aantal heffingen. De bijdrage voor 2023 is geïndexeerd ten opzichte van 2022. Het percentage is bepaald door de indexatie voor lonen en prijzen op basis van de verwachting prijsoverheidsconsumptie van het CPB in de septembercirculaire. De berekende deelnemersbijdrage is een voorschot. Na afloop van het jaar vindt een afrekening plaats gebaseerd op de doorrekening van de werkelijke cijfers in het kostprijscalculatiemodel (het werkelijk aantal aanslagen, aanslagregels, getaxeerde objecten).

Ontwikkelingen 2023

Digitalisering en basisregistraties zorgen ervoor dat de kosten voor de uitvoering van de belastingheffing en de waardebepaling nog steeds stijgen. Dit in tegenstelling tot de verwachting dat het juist zou leiden tot meer efficiency en lagere kosten. Hoge eisen aan beveiliging en privacy en ontwikkelingen zoals het aanbieden van diensten in de could, robotisering/artificiële intelligentie zorgen voor kostenstijging.

Opschaling van het aantal deelnemers aan de BSGR kan kostenvoordelen bieden en kan ook voorzien in de steeds hogere eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de medewerkers. Informatiebeveiliging en privacy bijvoorbeeld vragen om speciale kennis en expertise. Naast opschaling kan het samengaan met een ander belastingkantoor ook wenselijk zijn. De SVHW, RBG en BSGR hebben onlangs aangegeven nauwer met elkaar te willen gaan samenwerken, in eerste instantie op het gebied van ICT.

Kostenstijging als gevolg van bezwaarafhandeling.

De kosten voor bezwaarafhandeling nemen nog steeds toe als gevolg van de grote hoeveelheid bezwaren die worden ingediend door no cure no pay bureaus. Op landelijk niveau wordt geprobeerd om dit te veranderen zodat de kosten zullen dalen. In februari 2021 is een onderzoeksrapport uitgekomen van Coelo over de effecten van no cure no pay op de uitvoering van de Wet WOZ. Hieruit blijkt dat er voor no cure no pay bedrijven een financiële prikkel is om zoveel mogelijk bezwaarschriften in te dienen, ongeacht de slagingskans. Ondanks de nieuwe inzichten heeft dit helaas nog niet geleid tot maatregelen die ervoor zorgen dat de kosten minder worden .

Wijziging belastingstelsel van de waterschappen en herziening gemeentelijke belastinggebied

In het rapport dat onderdeel is van het pakket Bouwstenen voor een beter belastingstelsel geeft de werkgroep Herziening gemeentelijk belastinggebied aan dat een verschuiving van 4 of 6 miljard euro aan rijksbelastingen naar het gemeentelijk belastinggebied gemeenten meer autonomie geeft om hun eigen keuzes te maken. Naast de genoemde verschuiving wordt gesproken over een aanpassing van de grondslag voor de OZB en modernisering en uitbreiding van de overige gemeentelijke belastingen. Dit zal consequenties hebben voor de uitvoeringstaken van de BSGR. Het heffen en innen van een breder gemeentelijk belastingscala zal leiden tot hogere uitvoeringslasten. De inwerkingtreding van deze wijziging zal niet plaatsvinden voor 2025. In het regeerakkoord van het kabinet Rutte IV is opgenomen dat in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 wordt uitgewerkt.